vrijdag 15 juli 2011

Dag 17: 31 juli Farmington (NM) - Crow Canyon (NM) - Shiprock (NM)- Farmington (NM) 206 mijl




Na het ontbijt in de Rodeway Inn vullen we de koelbox met flesjes water en storten hem vervolgens vol met ijsblokjes en gaan we op pad. Er is vannacht alweer behoorlijk wat regen gevallen dus gaan we eerst naar het Bureau voor Land Management om naar de conditie van de weg de vragen. Bij het BLM-kantoor aangekomen blijkt deze gesloten te zijn. Dus gaan we zonder de info op pad. Monster Slayer is een van de petroglyfen van de Navajo’s in de Crown Canyon, een zijtak van de Largo Canyon
De routebeschrijving die we van Isabel Synnatschke hebben gekregen leidt ons snel naar de County Road 4450. Maar bij het begin van de weg zien we links een grote modderplas en rechts een bord met vlaggen dat na 5 mijl de weg is afgesloten.
Balen, Monster Slayer is toch de reden dat we dit jaar in de USA zijn!. Jos komt op het idee om de weg via de andere kant te benaderen al is dat erg ver omrijden, maar dat biedt geen enkele garantie dat die wel toegankelijk is en Esmée oppert om het overmorgen dan te proberen. Maar dan worden we ingehaald door een personen auto die wél deze weg oprijdt. Wat hebben we eigenlijk te verliezen als een personenauto deze dirtroad neemt? We besluiten 5 mijl te rijden en dan opnieuw de balans op te maken. De weg ligt er goed bij maar er staan regelmatig bordjes langs de kant met waarschuwingen voor flush flood. We zijn er niet gerust op, zeker niet omdat in de routebeschrijving staat dat de weg alleen met een 4WD toegankelijk is, dat we geen enkel risico moeten nemen als het lang droog is geweest (en het zand heel los) of juist veel geregend heeft (en er stukken weg weggespoeld kunnen zijn). Als we door de wash willen gaan moeten we eerst uit de wagen gaan en de situatie zelf beoordelen alvorens er doorheen te rijden. De afgelopen dagen heeft het behoorlijk geregend. Na 5 mijl is de brug voor voertuigen tot 10 ton nog toegankelijk, de bypass route (door de wash) is afgesloten. We vervolgen ons weg, maar hoewel de weg breed en goed bereidbaar is, voelen we ons niet safe. We zien regelmatig tegenliggers en na 10 mijl op deze weg gereden te hebben houden we een pick-up aan hoe de conditie van de weg is. De bestuurder is heel relaxt, hij rijdt hier zeker vaker. Zijn auto zit helemaal onder de modder maar hij raadt ons aan door te rijden en steeds te zien hoe de weg er bij ligt. Volgens hem is het nog 3 mijl naar de boom en vlak daarna de afslag naar Crow Canyon. We rijden door maar het is doodstil in de auto. Jos probeert de stilte af en toe te doorbreken maar Esmée is zo gespannen dat dit niet echt lukt. Links en rechts zien we zijwegen weggespoeld, een enkele weg is afgesloten en een groot deel van de zijwegen (die leiden naar energie- en olieveldjes) liggen er zanderig maar goed bij. Onze hoofdweg is goed berijdbaar maar we verwachten ieder moment het water in te rijden, hetgeen niet gebeurt. Niet na 3 maar na 8,5 mijl (zoals onze eigen routebeschrijing aangaf) zien we de boom en daarna de afslag.
Niet lang daarna moeten we door de wash die deels misschien wel modderig is, maar ook een bandenspoor laat zien dat niet onder water staat. We zijn er zeker van, we rijden door en denken niet aan de waarschuwing om eerst de wash te testen. Het gaat gelukkig goed, de weg wordt nu wel wat minder maar na 2 mijl zien we het bordje van de Crow Canyon. Wow, we zijn er.
Allereerst gaan we naar de Lone Warior en vervolgens naar panel 44. Enigsinds teleurgesteld dat we Monster Slayer nog niet zien zijn we wel, maar we kunnen genieten van de mooi petroglyfen die hier te zien zijn. Het is ook een prachtige canyon en we zijn heel blij dat we dit allemaal kunnen bekijken. Dan pakken we de auto en rijden een korte rit naar de main panel. We zijn tijdens de hike er naar toe toch wat zenuwachtig, nu gaat het gebeuren.Bij de trailhead staat wat uitleg en zijn de eerste petroglyfen te zien en dan opeens is daar Monster Slayer. Wow, wat is die mooi. Groter dan we gedacht hadden. Heel vreemd ook hoe je ooit een afbeelding in een boek ziet, dan iets heel persoonlijks met deze afbeelding krijgt en als je de afbeelding dan in het echt ziet, het heel vertrouwd voelt. Er zijn meer mooie petroglyfen op dit mainpanel maar deze “ontmoeting” is heel bijzonder. We lopen nog langs de canyonwand en zien af en toe een hoodoo en soms een inham die een mini slotcanyon is. Het is hier echt heel mooi, veel foto’s verder keren we weer terug naar de auto. De terugrit is -nu we de weg kennen en weten dat die goed toegankelijk is- een fluitje van een cent, al is het wel opvallend hoe de constructie van het zand in de 3 uur dat wij hier waren en de zon fel schijnt is veranderd in echt zanderig.
In Bloomfield drinken we op ons gemakje koffie en besluiten om toch naar Shiprock te gaan, de rots die we gisteren hebben gemist. Shiprock ligt zo;n 45 mijl/ 72 km van ons hotel af.
Maar zoals eerder gezegd beleef je afstand in Amerika heel anders. Shiprock is onderdeel van het Navajo Volcanic Field en ligt op het grondgebied van de Navajo Indianen. Waar de rots, die 550 meter boven het landschap uitsteekt, gisteren van grote afstand goed zichtbaar was, kunnen we hem nu vanaf de aanrijroute niet zien. Het lijkt er slecht weer te zijn. Maar we hebben geluk, het blijft de hele weg droog waardoor we de kans krijgen om de dirtroad naar Shiprock te rijden en er rond te lopen. Een indrukwekkend stukje steen. Bij Shiprock komen we nog een indianengezin uit New Mexico tegen dat hier dichtbij woont, maar hier nog nooit eerder is geweest. Terug naar Farmington zijn de wegen behoorlijk nat en hebben we een fikse regenbui misgelopen. Het is inmiddels al tegen half 9 dus gaan we snel een hapje eten. In het hotel kijkt Jos nog even of het mogelijk is om de treinreis in Durango te reserveren. Helaas is het al helemaal vol wanneer wij willen, we reserveren dus voor 3 augustus en passen het reisschema aan.

Reageer hier